Op 2 november kwam ik aan op La Palma. De Fiat 500 stond al voor me klaar op het vliegveld. Nu wilde ik natuurlijk eerst naar Lotta. In de Marina lag ze te schitteren tussen een heleboel plastic. Aan een beetje roest hier en daar kon je zien dat ze al een hele tocht achter de rug had. Ik was blij om Simon, David en Elena weer te zien. En in goede gezondheid. Vera was die dag al eerder aan boord gekomen. Het was leuk om met haar kennis te maken. En nu was de bemanning compleet. Ik had nog wel een paar dagen verblijf in een appartement bij Los Llanos. Ik weet immers dat de bemanning van de Lotta al nauwelijks privacy heeft. Ik had dus besloten om pas op de officiële inscheping op 5 november aan boord te gaan. Het appartement was best goed verzorgd, maar het leek wel net een spookdorp. Ik was de enige gast in de 8 appartementen. En behalve wat bouwvakkers op de ochtend van vertrek heb ik helemaal niemand gezien. Ook geen beheerder of eigenaar.

Wandeling in Llano de Las Cuevas

We hoefden ons voorlopig nog geen zorgen te maken over ons vertrek. We zouden in principe de 5e vertrekken, maar de oude stuurvaan was stuk, en de nieuwe was nog onderweg. Die zou niet eerder dan de 6e of de 7e aankomen. En dan moesten er nog veel aanpassingen aan Lotta gedaan worden. We hadden dus tijd voor wat toeristische activiteiten. Het viel te bezien of het zou passen, 5 man in een fiat 500, maar het ging. De eerste dag zouden we in de bergen gaan wandelen. Het was in de bergen alleen net zo nat als in Santa Cruz. Het zou al die tijd aan de westkant gewoon miezerig, regenachtig of ronduit nat blijven. Aan de oostkant was het wel steeds prachtig weer. We kozen dus voor die kant: Llano de Las Cuevas. een wandeling daar is zeer de moeite waard. We hebben onderweg nog veel kastanjes gescoord. We vonden een boom net op een akker langs de kant van de weg. Toen we de kleine kastanjes raapten, stopte er een aftandse auto met een oud mannetje en twee zeer vitale en waakse honden in de laadbak. “Nu zijn we erbij”, dachten we, “dit is de eigenaar van de boom”. Het mannetje dook in de laadbak van zijn auto. Maar hij kwam niet met een jachtgeweer maar met handenvol grote kastanjes terug. We begrepen niet zo goed wat hij zei. Ons Spaans is al niet al te best, en deze mijnheer had ook niet meer zo veel tanden. Dat hielp niet. Na wat gebarentaal, bleek het de bedoeling dat we onze handen op zouden houden, zodat hij ze kon vol laden. Hij gebaarde dat we er verderop in het bos nog veel meer zouden kunnen vinden. “Dat is goed afgelopen”, dachten wij. Maar toen hij wegreed, bedachten de honden dat ze hun plan nog niet hadden uitgevoerd. Ze sprongen uit de laadbak en wilden onze kant op spurten. Gelukkig voor ons had het mannetje dit direct door. En gelukkig luisterden de honden ook naar hem. Met de staart tussen hun benen sprongen ze overduidelijk teleurgesteld de laadbak weer in. Inderdaad vonden we hoger op de berg enorme hoeveelheden verse, grote kastanjes. Na dit avontuur zijn we nog gaan zwemmen op het naaktstrand van Tazacorte.

De vulkanen van La Palma

La Palma is een actief vulkanisch eiland. De laatste uitbarsting dateert van 1971 en daar is Volcán Teneguía gevormd. De vulkaan vormt samen met Volcán Antonio een indrukwekkend landschap. Daar wilden we dus graag wandelen. David en Elena hadden geen zin om mee te gaan, we gingen met zijn drieën. Toch wel fijn zo’n autootje. En met zijn drieën ook heel comfortabel. Het gebied rond de vulkanen was indrukwekkend. Er waren wat paadjes uitgezet, maar als je met Vera en David onderweg bent dan weet je zeker dat je van de gebaande paden af gaat! Over Volcán Teneguía wordt door wetenschappers gezegd, dat hij bij een volgende uitbraak deels kan afbreken, waarbij de daarop volgende megatsunami  alle kusten aan de Atlantische Oceaan ernstig bedreigt met golven tot honderden meters hoog. Gelukkig kan het nog wel even duren, en er zijn ook wetenschappers die ernstig twijfelen aan dit scenario.

IJzerstrooptocht

Met David ben ik op ijzerstrooptocht geweest. Te voet wel te verstaan. We waren eerst op zoek naar sloopijzer. Dit hadden we nodig om een inrichting te kunnen maken om de nieuwe stuurvaan aan te bevestigen. We hebben heel wat containers van binnen bekeken, maar geschikt sloopijzer hebben we niet gevonden. Uiteindelijk kwamen we bij een ijzerhandel terecht. Die had wel staal, maar alleen in grote platen en lange strips. Dat is wat lastig te vervoeren, zeker te voet, Staal is nogal zwaar. Maar na wat nadenken, kwamen we erop dat een strip van 5m lang, 200mm breed en 5mm dik voor ons wel geschikt zou zijn. Dat was 40 kg, en dat zouden we met zijn tweeën toch wel moeten kunnen vervoeren. Alleen de lengte vonden we niet handig. Na wat heen en weer kletsen in ons beste Spaans kwamen we er op, dat ze dat wel in stukjes van 300mm konden zagen. Zo gingen we dus weer terug naar Santa Cruz met ieder bijna 20 kg aan A4-tjes van 5mm staal in onze rugzak. Terug hebben we de bus genomen, want het was toch wel 4km naar de haven. Later heb ik nog zo’n slopende tocht gedaan om een paar M10-A4 RVS bouten. En niemand die Engels spreekt. Uiteindelijk heb ik toen genoegen moeten nemen met een paar 8.8 bouten. Wel sterk genoeg voor de oversteek, maar geen RVS, dus geen lange termijn oplossing.

Invoerheffing

Op 6 november stond er een koerier op de kade. Hij had de nieuwe stuurvaan bij zich. Die had al meer dan € 4.000 gekost. Maar nu bleken daar ook nog eens invoerheffing bij te komen. We hadden natuurlijk geen € 470 op zak en de pinautomaat bij de haven was defect, dus de koerier ging weer weg. Nog een dag langer wachten dus. En hoezo invoerheffing? Er was toch nog geen Brexit geweest en dit is toch de EU. En ja, dat bleek zo te zijn. De Canaria’s zijn echt 100% EU. Maar er is een kleine uitzondering. Op de eilanden geldt geen reguliere BTW. Dat is een oude toezegging van Spanje aan de eilanden. En daardoor is er wel een importheffing, zelfs vanuit Spanje, zodat lokale producten goedkoper zijn. David ging proberen of hij de heffing terug kon krijgen, zelfs voor hij hem betaald had. Dat bleek niet meer mogelijk. Een oude regeling waarbij een uitzondering werd gemaakt voor onderdelen die nodig waren voor een schip of vliegtuig in transit was vervallen. Dat is een tegenvaller waardoor de stuurvaan nog 10% duurder uitpakte dan verwacht. De stuurvaan zou vanaf dat moment Florijn heten.

Lassen en slijpen

De volgende dag werd de stuurvaan dan echt afgeleverd, nadat we € 470 hadden afgetikt. Het lassen en slijpen kon beginnen. Omdat het nogal regende en om de plastic schepen in de haven te beschermen, hebben we eerst een tent gebouwd. Het lassen en slijpen gebeurde vanaf een pallet die we hadden opgehangen aan de achtersteven. Simon en David moesten daarom wel veel vertrouwen hebben in de aardlekschakelaar van de haven. De schippers hadden veel bekijks. Er lagen nogal wat schepen in de haven te wachten op de passaat en op de start van een regatta naar Guadeloupe. Die mensen hadden dus tijd genoeg voor een praatje. David en Simon zijn gelukkig enorme doorzetters die zich niet gauw laten afleiden. Het werk vorderde dan ook gestaag. Na twee dagen kon de eerste laag menie er op. De derde dag ook nog een laagje verf, en dan de vaan. Daarna ging het weer hard regenen, dus de tweede laag verf lukte niet meer.

Boodschappen

De houdbare boodschappen hadden we al vroeg in de week gedaan. Die waren keurig door de SuperDino bezorgd. Op de laatste dag aan wal zijn Elena en ik samen nog naar de SuperDino gegaan om wat karretjes vol te laden met verse boodschappen, zoals groente, fruit, brood en zuivel. Dat zou nog dezelfde dag bezorgd worden, zodat we vrijdag 9 november vroeg zouden kunnen uitvaren. Het kon wel laat worden, werd ons gemeld. Maar er kwamen geen boodschappen. Simon heeft er nog achteraan gebeld. Het zou echt komen. Nog een keer gebeld. Nee, vanavond lukt niet meer, het wordt morgen voor tien uur. Om tien uur nog niemand. Om half elf de man van de SuperDino. Die natuurlijk eerst 5 andere schepen ging bevoorraden. Die schepen hoefden die dag helemaal niet weg. Toen werd ons geduld wel op de proef gesteld. We zaten helemaal klaar om de Atlantische Oceaan over te steken. Om half twaalf hadden we alles aan boord. Het stouwen kon beginnen.

Uitklaren

We zouden de EU gaan verlaten, dus we moesten netjes uitklaren. Dat konden we doen bij de douane in de terminal van de Cruiseschepen. We moesten in ons kloffie eerst langs de politiepost. Dat ging goed.  Daarna moesten we de douanebeambte nog overtuigen dat we naar Suriname zouden gaan. Hij dacht dat in Zuidoost-Azië lag. En hij kon zich terecht niet voorstellen dat we daar in één keer naar toe zouden gaan.  Gelukkig stond er in zijn kale hokje nog een speelgoedglobe. Daar konden we Suriname op aanwijzen. Dat hielp. We zouden later nog leren, dat dit wel heel gemakkelijk ging. Inklaren in Suriname. Dat was pas ingewikkeld, en tijdrovend.