In de C-raad denken we na over een nieuwe definitie van het naturisme. De oude definitie gaat over gemeenschappelijk naakt in harmonie met de natuur en respect voor elkaar. Deze definitie is ons inziens wel aan een moderner jasje toe.

Gemeenschappelijk  naakt

Als je lekker in je eentje in je blootje in je tuin aan het werk bent, ben je dan ineens geen naturist? Waarom is dat gemeenschappelijke zo belangrijk? En als je de enige blote bent in een gezelschap van mensen met textiel aan het lijf. Ben je dan geen naturist? Wat is het belang van de discussie over het verschil tussen naturisme en nudisme?

In harmonie met de natuur

Dit vind ik voor mezelf wel een belangrijk aspect. Het woord natuur is de stam van het woord naturisme. Je kunt echter ook zeggen dat je dicht bij je eigen natuur blijft. En dat je je natuur dichter bij de natuur brengt door naturist te zijn.

Respect voor elkaar

Respect is het meest platgetreden woord van het afgelopen decennium. Dat woord zouden we ook beter achter ons kunnen laten. Wederzijdse acceptatie is misschien een beter woord. Althans, voor mij werkt dat beter. Leven en laten leven.

Eufemisme

Al te vaak is onder naturisten het woord naturisme een eufemisme voor het moeilijkere woord bloot of naakt. Je hoort dan zeggen: “mag je wel naturistisch op het terras?” Naturist ben je wat mij betreft ook met kleren aan.

Autonomie

Ik zou willen pleiten voor een herdefinitie van het naturisme waar het gaat om de begrippen vrijheid, wederzijdse acceptatie, natuur, autonomie met naakt als belangrijke uitingsvorm. Gezamenlijkheid is daarbij een optie. Gemeenschappelijkheid is een begrip waar mijn haren van overeind gaan staan.